Woensdag 17 februari 2010, Hoogland

DEN TREEK 2008

Fotografische improvisaties

fotografie:

Kees de Graaff

Tastend naar de randen van de Fotografie

Kees de Graaff begint zijn lezing met een muziekje van Bob Dylan. Hij loopt wat rond en kijkt de zaal door. Dan start hij zijn computer. Op het werkblad staan talloze documentjes en foto’s, een huishoudelijk rommeltje. Dan start hij de diavoorstelling en het publiek weet: dit is geen gewone fotoshow. De voorstelling TRANS is een reis naar de randen van de fotografie en de geest.

Kees de Graaff (1950) is een fotograaf uit Hoogland en tevens huisman. Eerder was hij ondermeer bouwvakker in Australië, toneelfotograaf in Amsterdam en docent aan de Rietveld academie.

Na het gymnasium en de foto-akademie St. Joost in Breda vertrekt Kees in 1973 naar Australië. Hij werkt er tussen de bouwvakkers en de aboriginals op afgelegen en verlaten gebieden. Hij geniet van de eenzaamheid, van de onmetelijke ruimte en van de zeeën van tijd. De confrontatie met de aboriginal cultuur zet hem aan het denken over wat hij tot dan toe als cultuur beschouwde. Een ontmoeting met een monumentale boom maakt op hem een indruk voor het leven.

Terug in Nederland fotografeert hij voor het blad Toneel Theatraal, dat hem alle vrijheid in werken geeft. Hij wordt in 1989 de huisfotograaf van Toneelgroep Amsterdam waar hij opzienbarend werk levert. De foto op zich is hem niet genoeg; hij begint te experimenteren met zijn materiaal, ontwikkelt lappen foto’s met een spons en voegt zo een extra betekenis toe aan zijn beelden. Bewerking van foto’s is voor hem een vanzelfsprekendheid, lang voordat Photoshop bestaat.

Als bewerking met de computer mogelijk wordt, verbaast De Graaff zich over de wetmatigheden daarvan. Een fotograaf die zijn foto’s combineert tot één plaat wordt ontslagen. Dat mag niet. Maar beeldredacteuren mogen bij foto’s van aanslagen wel de meest gruwelijke details wegmoffelen. Waanzin, vindt De Graaff. En hij reageert na de moord op Theo van Gogh (2 november 2004) met zijn grootste foto: The hand of Van Gogh. Het is een schokkend beeld van een vertrapte, afgehakte hand. Die van De Graaff zelf.

Ook over de vanzelfsprekendheid van het beeld verbaast De Graaff zich enorm. “Je ziet niet wat je ziet,” is zijn stelling. Hij gaat op zoek naar de eerste fotografen, naar de oorsprong van fotografie en komt terecht ver voordat het fotochemische proces ontwikkeld werd. Niet het proces is van belang, maar het perspectief. En daar maakt de Italiaanse schilder Massacio (1401 – 1428) een begin mee. In zijn voorstelling TRANS laat hij zien hoe Massacio een reuzenstap maakt van de onpersoonlijke iconografische voorstelling van zijn tijdgenoten naar afbeelding van mensen van vlees en bloed. “Massacio is mijn held,” verzucht De Graaff.

Wanneer hij in een gesprek met zijn woedende vrouw te horen krijgt: “Kees, kijk naar jezelf”, en een fotografe reageert op zijn kritiek met “Who the fuck is Kees de Graaff?”, neemt hij hun opmerkingen letterlijk. Hij begint aan een eindeloze reeks zelfportretten. In de serie ‘I am…’ maakt hij versmolten dubbelportretten met onder anderen Bob Dylan, Tomasso Massacio, Marlon Brando en Brigitte Bardot. Later worden de beroemdheden vervangen door de fotograaf uit Hoogland, en ontstaan dubbele zelfportretten. Indringend staart hij de kijker dubbel aan.

Beeldbewerking is een vanzelfsprekendheid voor Kees de Graaff. Daarmee geeft hij zijn beelden kracht en gelaagdheid. Of het nou gaat om stillevens, zelfportretten of bostaferelen uit landgoed Den Treek. De Graaff speelt met Photoshop op de computer zoals een concertpianist zijn vingers losmaakt met wat etudes. Het onbegrip dat hem vaak ten deel valt, zet hem aan tot een speurtocht naar de oorsprong en de betekenis van de fotografie. Een vaak eenzame tocht met wonderlijke vondsten en onverwachte schoonheid.

53 FOTO’S

&

5.07 minuten video